-
1 boil down
v. neerkomen op (in het kort); kort samenvattenboil down————————boil downkort samenvatten, de hoofdlijnen aangeven -
2 boil
n. steenpuist; kookpunt--------v. kokenboil1[ bojl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:be at the boil • staan te koken————————boil21 (staan te) koken ⇒ het kookpunt bereiken, gekookt worden♦voorbeelden:1 the kettle is boiling • het (thee)water staat op/kooktboiling hot • kokend heetboil away • staan te koken (tot niets overblijft)boil down • inkoken〈 informeel〉 boil down to • neerkomen op (in het kort, in grote lijnen)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 koken ⇒ aan de kook brengen/houden♦voorbeelden: -
3 recap
v. wiel vervangenrecap1[ rie:kæp] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————recap2[ rie:kæp] 〈werkwoord; recapped〉1 recapituleren ⇒ kort samenvatten, samenvattend herhalen -
4 recapitulate
v. recapituleren[ rie:kəpitsjoeleet] 〈zelfstandig naamwoord: recapitulation〉 -
5 recapitulative
adj. in het kort samenvatten -
6 recapitalize
v. Resumeren; Samenvatten; In het kort herhalen
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский